1 maart 2019
tekst: Vrouwtje Jas
Opvallend is ze zeker, deze leeftijdloze vrouw.
Haar korte haar springt weerbarstig onder haar pet uit. Het kakikleurige overhemd, gesloten gedragen over een lang T-shirt, zit vol vlekken. Of eigenlijk: het kakikleurige overhemd is één grote vlek. Onder het T-shirt een mager lichaam en een stoere legerbroek met grote zakken op de dij. Daaronder splinternieuwe hoge wandelschoenen. Een grote herdershond trekt haar hand naar voren. Een kleine boodschappen-trolley trekt haar andere hand naar achteren.
Bejaardenhuis
Bij het bejaardenhuis aan de Molenweg neemt ze rust. Ze laat de hond naast een tuinbankje zitten; zelf blijft ze staan. Dan begint het gerommel. De hondenriem maakt ze vast aan een poot van de bank. De hond krijgt een aai over zijn hoofd, ze praat tegen hem. De boodschappentas gaat open. Blijkbaar komt er iets eetbaars uit want even later kijkt de hond dankbaar kauwend zijn baasje aan. Er komt een schaaltje uit de tas. En een fles water. Het bakje wordt gevuld. De hond kijkt maar drink niets. Dit is tegen de zin van Petje, die semi-verontwaardigd een gesprek met de hond aangaat: “loop ik daar al die tijd te sjouwen met dat water en dan drink jij niets! Wat is dit nou? Denk je dat ik dan ook niets drink of zo? Nou, dat heb je dus mis. Ik ga jou hier achterlaten en ik neem een kop koffie”.
Na een aai over de grote hondenkop, loopt ze de traag openende schuifdeur van het bejaardenhuis door. En keert direct weer om.
Tegenvaller
“G*dver***me! Er staan verkopers in de hal met nachthemden! Zijn ze nou helemaal gek geworden. Wat een gedoe zeg. Zijn ze een dag bezig met opbouwen van al die kledingrekken en ook weer een dag om dat af te breken en op te halen. Denken ze nou echt dat ze hier nachthemden kunnen verkopen? De meeste mensen hier kunnen dat niet eens betalen! Ze zijn poepduur met die spullen die niet eens mooi zijn. En iedereen hier heeft al een hempje om ’s nachts in te slapen. Terwijl het hierbinnen altijd veel te warm is en niemand een pyjama draagt!”
Als Vrouwtje Jas haar mond opendoet om te reageren, ratelt Petje verder:
“ik ben onderweg naar de dierenarts want Mia heeft een bultje. Het zal wel niets zijn, maar toch. Ik moet nog een heel eind lopen want ik woon op de Margrietlaan en de dierenarts zit op de Utrechtseweg. En omdat ik hier langs het bejaardenhuis kom, dacht ik dat ik wel even een kop koffie uit de automaat kon pakken, zodat we even kunnen rusten. Staan die verdomde nachthemden daar! Nou, dan maar geen koffie!”
Anders
Vrouwtje Jas onderdrukt een lach en zoekt naar mogelijkheden om Petje op een ander onderwerp te brengen. Ze weet dat de flats aan de Margrietlaan afgebroken worden en dat de bewoners moeten verhuizen. Dus vraagt Vrouwtje Jas of ze binnenkort haar huisje moet verlaten?
“Ja, dat willen ze wel. Maar ik ga echt niet zomaar weg hoor, ik kan nergens anders naartoe”
“Bieden ze je dan geen andere woning aan? Al is het maar tijdelijk?”
“Ja, dat hebben ze een paar keer gedaan. Nou, ik ben wezen kijken. Allemaal van die huizen met de voordeuren naast elkaar. Daar ga ik niet wonen, echt niet. Ik pas daar niet. Het zijn een ander soort mensen die daar wonen. Van die mensen die hun doekjes uitkloppen. Daar ga ik echt niet tussen wonen. Ik heb een andere levenswijze, ik pas daar niet tussen. Ik klop geen doekjes uit”
Nieuwsgierig vraagt Vrouwtje Jas wat voor levenswijze zij dan heeft. Daar geeft ze geen echt antwoord op. Ze haalt haar schouders op en zegt: “Gewoon, anders. Ik klop geen kleedjes uit. Dat doe ik niet en dat ga ik ook niet doen. Ik heb een andere levenswijze, dat ken niemand begrijpen maar ik doe het anders. Gelukkig heb ik mijn Mia, die begrijpt het wel.”
De hond krijgt weer een aai over zijn grote kop. Het waterbakje wordt leeg gegooid en in de boodschappentas gestopt. Daar gaan ze, Petje en Mia. Beiden niets gedronken.
Dat komt door de nachthemden.
Dit verhaal komt uit de verhalenbundel "Ontmoetingen met Vrouwtje Jas".
Volgende column: Leuke mensen