Overslaan en naar de inhoud gaan

De schaamte voorbij gewandeld

5 februari 2022

5 februari 2022
tekst en foto: Renée van Dijk

Ken je hem? Even ‘een frisse neus halen’ tijdens het thuiswerken. Het zogenaamde ‘ommetje’ van Professor Dr. Erik Scherder is de afgelopen jaren immens populair geworden.

Nu zal ik de laatste zijn die tegenspreekt dat buitenlucht, beweging en ontspanning heel goed voor een mens zijn. Integendeel. Dus ook ik trek regelmatig mijn jas en schoenen aan. Soms voor een boodschap, die ik dan liever wandelend dan met de auto doe, soms gewoon voor een blokje om, of een lekkere boswandeling.

Toen, al weer bijna twee jaar geleden, de eerste lockdown over ons heen kwam werd mensen geadviseerd zo min mogelijk het huis te verlaten, maar de dagelijkse frisse neus werd wél aanbevolen. Dus wandelde ook ik braaf hele stukken door ons mooie Zeist.

Ik zat ineens weer op een bankje bij het Hertenkamp naar de vogeltjes te kijken. Weet jij überhaupt hoeveel bankjes er wel niet in Zeist staan? En mijn blik viel weer op mooie architectuur waar ik al jaren onopmerkzaam voorbij fietste of liep. Wees eens eerlijk: hoe vaak kijk je eigenlijk nog naar de tijdsbepalende gevels boven de winkels op de Slotlaan? Of kun je mij vertellen waar villa Rozenhoeve, Buitenplaats Hoog Beek en Royen of Huize Veldheim staat? Zeist is toch eigenlijk zó mooi.

In die periode kwam ik nog vriendelijke medewandelaars tegen die met een ‘wij-begrijpen-elkaar’ knikje van het hoofd vanaf het wandelpad aan de overkant toelachten. Of keurig aan de kant gingen om elkaar anderhalve meter ruimte te geven bij het passeren en dan op afstand een praatje maakten. Stond ik thuis voor het raam, dan zag ik elke avond innig gearmde stellen voorbij komen die bij elke voortuin stil bleven staan om inspiratie op te doen. Stiekem genoten we, van de rust en de ontspanning.

Maar al vrij snel daarna werd dat beeld in mijn straat verdrongen door dat van de eenzame wandelaar die in zichzelf liep te mompelen met – als je goed keek – witte dopjes in zijn oren. Inmiddels herken ik hem al op grote afstand. Daar is ie weer: de ‘wandelbila’!

Mensen die op straat uitgebreid één-op-één overleg met een collega, hun manager of medewerker voeren. Soms met aan één hand nog een lijn met een (“Corona”)hondje wat zij bij elke boom waar hij aan wil snuffelen met een kort rukje voort trekken. Je kunt je helemaal voorstellen hoe de luisteraar aan de andere kant zich dan ondertussen vertwijfeld afvraagt waarom zijn gesprekspartner toch de hele tijd ietwat chagrijnig “Kom” tussen twee zinnen zegt.

Af en toe maak ik tijdens het wandelen nog de fout om nietsvermoedend “Lekker weer, hè?” of gewoon “Goeiemorgen” tegen iemand te zeggen. Dan hoor je “Wacht heel even”, wat dan kennelijk niet tot jou gericht is. En je ziet hoe je tegenligger met één hand en een verstoorde blik een wit dingetje uit het oor trekt om je vragend en met lichte irritatie aan te kijken. Want je snapt toch zeker wel dat hij of zij aan het werk is? 

Blijf je daarna een beetje in de buurt lopen (en dan heb ik het niet over anderhalve maar bijvoorbeeld 50 meter) dan zul je je verbazen over alle informatie die je op hoog volume meekrijgt. Zo weet ik inmiddels van heel wat mensen wat ze van hun manager vinden, wat hun collega verkeerd doet, waarom die medewerker toch echt geen tweede kans meer verdiend, waarom die ene klant niet moet zeuren, hoe het mogelijk is dat die bestelling inderdaad nog niet geleverd is, of wat er toch echt in dat beoordelingsgesprek moet worden besproken. En ja, met naam en toenaam.

De schaamte die we vroeger hadden als ons mobieltje af ging in een publieke ruimte zijn we kennelijk heel ver voorbij. De privacy van het één-op-één overleg wordt nu gedeeld met wildvreemden op straat. En de frisse neuzen zijn inmiddels niets anders meer dan een kleine verandering van werkplek. De buitenlucht en de beweging zijn gebleven, dat kan ik niet ontkennen. Maar of dit nu ook net zo ‘louterend’ is als de herontdekking van de natuur en je eigen woonplaats?

Dus stel ik voor dat we allemaal even terug gaan in de tijd. Terug naar het voorjaar van 2019. Laten we volgende week weer eens een wandelbila met onszelf plannen: lekker naar buiten, zónder zakelijke relatie in je oren en met je telefoon op ‘stil’. Jezelf verwonderen, net als je hondje lekker snuffelen en scharrelen.

Fluitende vogeltjes, mooie gevels, historische panden, kronkelpaadjes door stukjes natuur. Geloof me, daar kom je een stuk frisser van thuis dan wanneer je je werk mee neemt.  Als je een leuke route door ons mooie Zeist zoekt, denk ik graag met je mee.
 

Bijdrage

 


Meer over witte dopjes:
Oortjes

Meer over dagelijkse ommetjes:
Voorbijgangers

Volgende column:
Gedicht van boektitels

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.