Terug naar veraf

1 maart 2015
tekst: Ruud Vermaase
  

Verbaasd staar ik de man over de toonbank aan. “Wat een prachtige zin”, verzucht ik na enige seconden. De winkelier schudt onbegrijpend zijn hoofd en gaat verder met het afhandelen van mijn klacht. Ik sta bij een opticien in de Slotlaan. Na exact drie maanden uitproberen, heb ik het opgegeven. Die peperdure multifocale glazen blijken niets voor mij.

Lezen gaat niet echt lekker, zelfs voor een bladzijde van een pocketboek moet ik mijn hoofd met de zin mee draaien om deze af te lezen. Een krantenkolom gaat nog net zonder mijn hoofd te bewegen. Als ik langs de lijn sta om een wedstrijdje te volgen, moet ik als een soort zoeklicht op kogellagers het spel volgen. En na twee keer een bus voorbij te laten rijden omdat ik te laat het nummer kan scherpstellen, heb ik de handdoek gegooid. Met dit relaas sta ik teleurgesteld en toch wel een beetje beschaamd bij de opticien.

“U moet weer terug naar veraf”, concludeert hij. Die zin brengt mijn fantasie op hol, maar ik kan er niet meteen een beeld bij verzinnen. Op mijn werk zeg ik het tegen mijn creatief, en ook hij schuift zijn stoel naar achter en kijkt vol gedachten naar buiten. “Wat een prachtige zin”, bevestigt hij mijn gevoelens. Ik tik het in op Google, anderen moeten mij toch voor zijn gegaan. Maar ik vind niets. Gerrit Komrij, Hendrik Marsman of Lucebert hebben het nooit gebruikt. Zelfs nog levende poëtische brildragers als Bartje Chabot en Jules Deelder hebben deze zin niet opgepakt of wellicht nooit gehoord in hun brillenloopbaan.

De opticien tikt het zinnetje zonder enig gevoel in mijn klantenhistorie. Ik zie de zin diapositief in een ouderwetse schreefletter op het beeldscherm tevoorschijn komen. Met een enter bevestigt hij kil mijn ‘terug naar veraf’. We schudden elkaars hand, over twee weken is mijn bril weer klaar, het geld voor de dure multifocale glazen krijg ik teruggestort. Hij draait zich om en begroet een klant die al enige tijd in de winkel wacht.

Twee weken later zet ik mijn bril weer op mijn neus. In de deuropening kijk ik om mij heen en lees de borden met afprijzingen in de etalages aan de overkant. Bus 74 rijdt voorbij, in de verte zie ik een bekende lopen. In mijn broekzak voel ik mijn telefoon trillen en wil het berichtje lezen. Dat lukt niet meer met deze glazen en ik moet mijn bril omhoog doen.

Terug naar veraf…

 

Voeg een reactie toe

Plain text

  • HTML tags zijn niet toegestaan.
  • Website-adressen en emailadressen worden automatisch omgezet in een link.
  • Regels en paragrafen breken automatisch af.