Skip to main content

Danny Visser (Woongroen): “Ik ben erg positief over Zeist!”

Danny Visser, bestuurder van woningcorporatie Woongroen uit Zeist

Bestuurder Danny Visser van Woongroen is na de fusie tussen SSW De Bilt en Woongoed Zeist nu een jaar actief in Zeist. Ronald vroeg hem naar zijn indrukken en ervaringen. “Het is onze taak om die mensen te huisvesten die het het hardste nodig hebben. Wanneer ben je een Zeistenaar? Toch niet alleen als je hier geboren bent?”

23 februari 2025

tekst: Ronald Camstra; foto’s: Mel Boas

Vorig jaar fuseerde de Zeister woningcorporatie Woongoed Zeist met de Biltse collega SSW tot het huidige Woongroen. Danny Visser was bestuurder van SSW en werd door de fusie ook verantwoordelijk voor de activiteiten van Woongroen in Zeist. Eerst samen met collega-bestuurder Rob Wassenberg, en sinds diens vertrek afgelopen december staat Danny alleen aan het roer.

Hoe was je kennismaking met Zeist?
“Ik kende Zeist al wel redelijk, mijn vader is een geboren Zeistenaar. Wij gingen in mijn jeugd altijd overhemden kopen bij de V&D. Zelf woon ik nu in Doorn, nadat ik in mijn middelbareschooltijd in Soest heb gewoond en daarna vele jaren in Utrecht. Het voelt als één grote regio.

Eigenlijk was ik erg verknocht aan Utrecht, na mijn studententijd bleven we er hangen, ik dacht dat we er nooit meer weg zouden gaan. Maar nu we kinderen hebben (een zoon van 6 en een dochter van 3) veranderde dat, met kleine kinderen wil je meer naar buiten, de bossen in. Ik fiets graag, als het droog is kom ik regelmatig op de fiets naar Zeist”.

Hoe ben je in de woningcorporatiewereld terechtkomen?
“Dat komt eigenlijk door mijn vrouw. Na mijn studie (Vastgoedkunde en Bestuurs- en Organisatiewetenschappen) werkte ik bij commerciële vastgoedbedrijven, waar het heel erg draait om targets en omzet. Ik miste de maatschappelijke toegevoegde waarde. Mijn vrouw werkte toen als consultant voor publieke organisaties, en stimuleerde me om ook eens in de publieke sector te kijken. Ik was destijds ook actief in de politiek in Utrecht en het leek me leuk om ook werk te doen dat bijdraagt aan de maatschappij. Dat was inhoudelijk ook veel interessanter, maar ik ontdekte snel dat ik geen echte ambtenaar ben. In de zoektocht naar iets tussen hardcore overheid en hardcore commercieel kwam ik uit bij woningcorporaties. Dat is echt de ideale combinatie voor me: je bent echt met maatschappelijke doelen bezig en helpt mensen met een beperkt inkomen aan een goede woonsituatie, maar tegelijkertijd doet het een beroep op je zakelijke vaardigheden, bijvoorbeeld bij onderhandelingen met ontwikkelaars en aannemers. De twee werelden kwamen zo samen”.

Je werkt nu zowel in De Bilt als in Zeist, in welk opzicht is Zeist anders?
“Ik ben na een jaar erg positief over Zeist! De samenwerking is hier constructief. Wijkgericht werken gebeurt hier al twintig jaar, daardoor zijn er heel veel verbindingen tussen de samenwerkende organisaties. Korte lijnen, veel aan elkaar doorspelen, snel zaken oppakken. De gemeente pakt haar regierol van oudsher goed op, vanuit betrokkenheid, dat gaat niet overal zo, dat is best uniek in Zeist. Ook de politieke cultuur in de gemeenteraad is in Zeist constructief, De Bilt kent een wat hardere politieke cultuur, het gaat in Zeist meer over de inhoud.

Wel heb ik zorgen over het ‘ravijnjaar’, een terugval van het budget voor de gemeenten, omdat het Rijk in 2026 gaat bezuinigen op het gemeentefonds. Al jaren krijgen gemeente steeds meer taken vanuit het rijk zonder de daarbij benodigde middelen. Dat gaat niet vanzelf goed komen, het Rijk moet de taak van gemeenten serieuzer nemen. Er wordt van oudsher vaak gekeken naar woningcorporaties bij de aanpak van de wijken, we komen ook veel achter de voordeur, maar samenwerken gaat alleen goed als iedere partner voldoende middelen inzet om de eigen taken uit te voeren”.

Wat merkt de Zeistenaar nou concreet van de fusie?
“De grootste drijfveer was niet financieel, beide fusiepartners stonden er goed voor. Het doel was vooral om de organisatie robuuster te maken. Een kleine organisatie is kwetsbaar, voor veel functies is er maar één iemand, vervanging is dan een risico. Nu hebben we 12.500 woningen, waarvan 7.500 in Zeist. Daardoor hebben we op veel gebieden meerdere medewerkers, waardoor je kunt specialiseren en taken kunt verdelen. Waar we functies in de backoffice konden ontdubbelen, hebben we de formatie die daarbij vrijkwam één of één heringezet in het versterken van de wijkteams. 

Bij de gesprekken over de fusie heb ik ook weinig zorgen gemerkt in de gemeenten of bij de huurdersorganisaties. Regionaal wordt er al heel veel samengewerkt, De Bilt en Zeist werken op tal van vlakken samen, zoals in de Regionale Sociale Dienst, en andere organisaties gingen ons al voor, bijvoorbeeld KunstenHuis Idea. Ik ben er best trost op waar de organisatie nu staat na een jaar, het is een soepel fusieproces geweest en we hebben al concrete stappen kunnen zetten”.

En voor jezelf? Jij doet nu ook twee banen in één?
“Sinds januari ben ik bij Woongroen de enige directeur-bestuurder. Het werk is wel wat drukker geworden daardoor, maar daar ben ik aan gewend, ik hou wel van wat reuring. Eén bestuurder moet kunnen bij een organisatie van deze schaal, het is goed te behappen”.

De nieuwe naam van de organisatie is Woongroen, maar hoe groen is de organisatie echt? 
“Het merendeel van ons woningbezit staat er goed bij, dikwijls beter dan de koopwoningen aan de overkant van de straat. Door de fusie hebben we nu een schaal waarop we grote verduurzamingsprojecten beter en sneller kunnen oppakken, hebben we voldoende kasstroom om renovaties in één bouwstroom uit te kunnen voeren en hoeven we ze niet in fasen op te knippen. Tegelijkertijd zijn er nog achterstanden, we kunnen niet alle slechte woningen in één jaar aanpakken. We moeten nog ongeveer 3.200 woningen verduurzamen tot 2030, waaronder alle woningen met een energielabel E, F of G, die uiterlijk eind 2028 gerenoveerd moeten zijn, met uitzondering van monumenten en woningen die gesloopt worden. Dat gaat lukken. Maar als je als huurder nu in een relatief oude en beperkt geïsoleerde woning woont en te maken hebt met vocht en schimmel, dan duurt 2028 nog best lang, dat besef ik me heel goed. Alles kan gewoonweeg niet in één jaar, dus sommige huurders moeten nog een aantal jaren wachten. We zijn wel bezig met het voorbereiden van de ingreep, en in de tussentijd lossen we gebreken uiteraard gewoon op. En we blijven goed communiceren, bijvoorbeeld over het belang van ventileren. We zien dat door de energiecrisis en de gestegen energieprijzen meer mensen hun radiatoren uitzetten of ventilatieroosters dichtplakken, met toenemende schimmelklachten als gevolg. Het is soms moeilijk uit te leggen dat goed ventileren uiteindelijk minder energie kost”.

Waar ligt voor Woongroen de prioriteit?
“Onze financiële positie is goed genoeg, waardoor we niet hoeven te kiezen tussen óf verduurzamen óf nieuwbouw. We doen beide. In de Staatsliedenbuurt gaan we zo’n 300 woningen vernieuwen, we zijn nu in gesprek met een ‘meedenkgroep’ van bewoners, omwonenden, ondernemers en sociale partners over de plannen, we willen hier de samenstelling van de wijk evenwichtiger en draagkrachteriger maken. In Vollenhove ligt de nadruk meer op sociaal renoveren in plaats van fysiek renoveren, onder andere door een deel van de woningen gericht toe te wijzen aan dragende bewoners die zich in willen zetten voor hun buren. We horen hier veel positieve geluiden over, deze aanpak werkt goed. We gaan deze aanpak nu overzetten naar andere plekken, bijvoorbeeld naar ‘De Kern’, achter de Markt, dat is een woonomgeving met veel overlast en criminaliteit, deze plek vraagt naast een fysieke aanpak ook sociaal investeren”.

Waar vinden we in Zeist plek om te bouwen? Moeten we de hoogte of de weilanden in?
“Als ik kijk naar de kaart, dan zijn er nog best veel groene gebieden in Zeist. De echte Heuvelrug, de bossen, daar moet je niet aan komen, dat is erg waardevol. Maar er zijn ook veel agrarische gebieden waar nu koeien staan, daar is best ruimte om woningen te bouwen. Maak een onderscheid tussen meer en minder waardevolle groene gebieden, kijk minder stringent naar de rode contour.

Er zijn plekken in Zeist waar je best de hoogte in kunt, het Staatsliedenkwartier is daar een voorbeeld van, maar ook bij Station Driebergen-Zeist. Op andere plekken moeten we meer respect hebben voor de bestaande omgeving, maar de grens hoeft niet altijd te liggen op twee lagen en een kap. Er zijn kortom kansen volop, zo gaat PGGM weg, daar moet de gemeente zich hard maken voor 30 procent sociale huur plus voldoende middenhuur. 

We kijken ook naar kansen in het verdichten van onze eigen woningvoorraad. Woongroen heeft best veel grote eengezinswoningen, vaak meer dan 100 vierkante meter, terwijl er steeds meer kleine huishoudens komen, met één of twee personen. We kunnen daarom kleiner bouwen, meer kleine appartementen, daarvan passen er meer op hetzelfde stuk grond”.

Hoe kunnen we in die grote eengezinswoningen het potentieel aan lege slaapkamers optimaler benutten?
“Ik geloof wel in meer woningdelen en meer kamerverhuur, al verwacht ik niet dat dat snel enorme aantallen extra woonruimte gaat opleveren. Ik zie ook zeker kansen komen voor het ‘optoppen’ van bestaande gebouwen (een extra verdieping er op zitten) of het splitsen van grote woningen in twee kleinere. Ik denk dat er best vraag is naar het samen een huishouden vormen, een soort verlengde studententijd: samen in één huis wonen. Maar regelgeving zit in de weg, rond uitkeringen, toeslagen en inkomensgrenzen. Voor je het weet worden de woningdelers gekort op basis van de kostendelersnorm. Dit vraag om aanpassing van Rijksbeleid”.

Er wordt wel gezegd dat Zeist een gespleten gemeente is, met hele rijke wijken en hele arme, en weinig daartussen. Hoe kan Woongroen meer doen voor de middengroepen?
“Ik vind dat dat nog wel meevalt, er is echt wel een middenklasse in Zeist. Maar inderdaad zijn wij druk bezig om meer te gaan doen aan middenhuur, dat is voor ons echt een volkshuisvestelijke opgave. Een goed voorbeeld daarvan is de voormalige V&D-locatie, daar zijn we nog steeds druk over aan het onderhandelen, het is een ingewikkeld project zo midden in het dorp, technisch zitten er veel uitdagingen in bijvoorbeeld de installaties. Tegelijkertijd is het een unieke kans om 200 woningen toe te voegen (ruimte is schaars), en het is goed voor Zeist dat die plek wordt opgevuld. Hier komen veel woningen voor middeninkomens”.

Hoe gaan jullie om met de toenemende polarisatie en onverdraagzaamheid in de samenleving?
“Ik zie de huidige retoriek in politiek Den Haag niet als een stap voorwaarts. Je kunt niet én de grenzen willen sluiten én denken dat we over 20 jaar nog werknemers is de zorg hebben. We hebben als samenleving extra arbeidskrachten nodig, dan moeten we die ook huisvesten. Het is onze taak om die mensen te huisvesten die het het hardste nodig hebben. Ik ervaar deze regio wel als redelijk tolerant en redelijk weldenkend. Wie is een ‘eigen inwoner’, wanneer ben je een Zeistenaar? Toch niet alleen als je hier geboren bent? Je moet dit soort vraagstukken niet lokaal zien maar als regio samen aanpakken. De bouw en de zorg aan de gang houden kan alleen als wij gastvrij zijn voor mensen die het werk willen komen doen”.

Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Wat zou je de Zeister partijen willen meegeven bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s?
“Er is een enorme woningcrisis, mensen moeten nu gemiddeld 12 jaar wachten voor een sociale huurwoning, daar moet echt wat aan gebeuren. Het bouwtempo moet omhoog. Houd daarbij vast aan het streven om weer op 30% sociale huur in de woningvoorraad te komen door in elk bouwproject minimaal 30% sociale huur op te nemen. 

Als je kijkt naar de kaart van Zeist, dan moet je vooral proberen sociale woningen toe te voegen in wijken die nu veel koopwoningen hebben. Het beter mengen van het Staatsliedenkwartier moet ergens anders gecompenseerd worden, bijvoorbeeld in het Lyceumkwartier, als daar een keer een lege plek is bouw daar dan 100% sociaal. Zo houden we Zeist ook in de toekomst gematigd en in balans”. 
 

Bijdrage
Artikel
Column

 


Meer over nieuwbouw: 
Samen bouwen aan geluk


Meer over de V&D: 
Nieuwe toekomst voor voormalige V&D

René Scheffer leest in een blad van de Algemene Seniorenvereniging Zeist


Volgende column: 
Verstrengeld in de lianen van de tijd

 

Comments

Bewoner (not verified)

Ik denk dat hij de enige is die tevreden is.
Bewoners worden niet meer geholpen worden aan hun lot over gelaten.
Is dat positief?

Mon, 03/17/2025 - 16:11 Permalink
Bert van Oorschot (not verified)

In reply to by Bewoner (not verified)

Als reactie op dhr/mevr Bewoner(lezer), waarom gaat iedereen altijd klagen op de (sociale) media terwijl er veel straten en complexen zijn waar bewonerscommissies aanwezig zijn die er voor hen zijn en daarbovenop nog eens de onafhankelijke huurdersbelangenvereniging Huurdersplatform Seyst die strijd voor de belangen van alle huurders van Woongroen? Grote kans dat uw klacht beter afgehandeld wordt dan via de (sociale) media.

Sun, 03/30/2025 - 21:46 Permalink

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.